Op 1 juni verscheen het coalitieakkoord ‘Investeren in Utrecht: kiezen voor gelijke kansen, betaalbaar wonen en klimaat’. Een akkoord waarbij de focus gericht is op het aanpakken van de drie grote crises van onze tijd: de groeiende kansenongelijkheid, de woningnood en de gevolgen van klimaatverandering. De afgelopen maanden is de noodzaak om hierin te investeren nog relevanter geworden. Daarnaast werken we aan een levendige en leefbare stad, versterken we de uitvoeringsorganisatie en verhogen we de (subsidie)budgetten voor organisaties en inwoners. Deze eerste programmabegroting van het nieuwe college bevat per programma de inspanningen en investeringen in 2023.
Wat doen we in 2023 en verder?
Utrecht moet een plek zijn en blijven voor iedereen. Daar werken we ook het komende jaar aan. Het gaat goed met Utrecht, maar we leven in onzekere tijden, financieel maar ook maatschappelijk en dat raakt ook onze inwoners. De doelstellingen van ons coalitieakkoord krijgen steeds meer urgentie. We kiezen voor een gezonde groei voor iedereen, waarbij we met belangrijke speerpunten aan de slag gaan om de groeiende ongelijkheid in onze stad, de grote woningnood en de klimaatcrisis tegen te gaan. Daarbij vragen invloeden van buitenaf op veel beleidsterreinen om bijsturing.
In deze programmabegroting hebben we de ambities uit het coalitieakkoord vertaald naar investeringen en concrete maatregelen die bijdragen aan de realisatie daarvan. Daarbij zijn ten opzichte van de financiële onderbouwing in het coalitieakkoord nog een aantal aanpassingen gedaan, die noodzakelijk bleken om de ambities en speerpunten op een realistische manier tot uitvoering te brengen.
Bij het opstellen van de begroting is gebleken dat in het coalitieakkoord met een aantal financiële effecten van beleidskeuzes onvoldoende rekening mee is gehouden en is een is een aantal uitgangspunten waarmee is gerekend binnen het investeringspakket ‘Groei in Balans’ niet juist gebleken. Dit corrigeren we in deze begroting. Zo is het tempo waarin de beoogde parkeeropbrengsten kunnen worden gerealiseerd aangepast en is rekening gehouden met het vervallen van de meerwaarde afdracht uit verkoop van corporatiewoningen – nu het beleid is om sociale huurwoningen niet meer te verkopen. Daarnaast is geld gereserveerd om de kosten van het evenementenbeleid op het huidige niveau te houden, een start te maken met de locatieprofielen, voor de taskforce betaalbaar wonen en noodzakelijke uitvoeringskracht op het gebied van ruimtelijke ontwikkeling. Dit wordt verderop in dit hoofdstuk nader toegelicht in de paragraaf ‘Aanvullingen op het coalitieakkoord’.
Hieronder noemen we enkele concrete voorbeelden van wat we in 2023 doen. Voor meer informatie verwijzen we u naar de uitgebreide programmateksten en de reeds toegezegde uitvoeringsbrief. Hierin staat welke concrete acties en beleidsvoornemens uit het coalitieakkoord we in 2023 uitvoeren en geven we, waar mogelijk, al een doorkijk naar de komende jaren.
Kansengelijkheid
Het gaat goed met Utrecht, maar niet met iedereen en niet overal. Daarom gaan wij ongelijk investeren in gelijke kansen. We hebben daarbij aandacht voor de mensen en wijken in de stad die dat nodig hebben. Zo maken we in 2023, naast de bestaande aanpak ‘Samen voor Overvecht’, nieuwe gebiedsakkoorden in Kanaleneiland, Noordwest (Geuzenwijk en delen van Ondiep en Pijlsweerd) en Leidsche Rijn (Parkwijk-Zuid en Terwijde). We nemen aanvullende maatregelen om het bereik in de voorschoolse educatie te verhogen. We werken een brede aanpak uit op inclusie door verschillende agenda’s samen te voegen. Volgend jaar zetten we ook vol in op uitvoering van de nota Grenzen Stellen Perspectief Bieden, gericht op het doorbreken van criminele carrières en geldstromen en het uitbreiden van de persoonsgerichte aanpak. We investeren in een beter perspectief voor jongeren en in een veilige en leefbare stad door het tegengaan van ontwrichtende effecten van druggerelateerde criminaliteit.
Aanpakken woningnood
Het tekort aan betaalbare woningen en het vermogen dat woningbezitters hebben opgebouwd, vergroten de ongelijkheid tussen mensen. We investeren daarom fors in het toevoegen van betaalbare woonruimte en in de toegankelijkheid van de woningmarkt. Zo zetten we volgend jaar een fonds op om extra betaalbare koopwoningen in de stad te realiseren. Ook bezien we hoe we corporaties - door de afschaffing van de verhuurdersheffing - een steviger positie kunnen geven in het realiseren van meer betaalbare woningen. Met de ‘Taskforce Versneld toevoegen tijdelijke woonruimte’ willen we in 2023 in samenwerking met het Rijk en de provincie in totaal 1.000 woningen in gemengde woonconcepten te realiseren in Utrecht. Daarnaast komen er naar verwachting 3.000 reguliere woningen bij in 2023.
Tegengaan klimaatcrisis
We willen met investeringen in duurzame energieproductie- en besparing en in duurzaam (openbaar) vervoer een maximale bijdrage leveren aan het tegengaan van de klimaatcrisis. Steden spelen hier een cruciale rol in. Zo gaan er volgend jaar 500 woningen in Overvecht-Noord van het aardgas af en starten we met het aardgasvrij maken van 32.000 woningen met behulp van de buurtaanpak. We realiseren het zonnepark geluidswal A12 en doorlopen planologische besluitvorming voor windmolens in Rijnenburg en Reijerscop. We plaatsen datagestuurde oplaadinfrastructuur voor personenvervoer, logistiek transport en taxi’s en plaatsen snelladers op winkellocaties en bij sportvoorzieningen. Ook stellen we een klimaatvisie op. Om het afval- en hemelwater te scheiden wordt 7 kilometer aan riolering vervangen. Daardoor wordt zoveel mogelijk hemelwater vastgehouden en kan dit doordringen in de bodem.
Een levendige en leefbare stad
2023 stellen we samen met de sector een visie op over de Utrechtse nachtcultuur. Deze is gericht op versterking van de sector, een breder bereik en een goede balans tussen ruimte voor activiteiten en rust. Samen met de Ontwikkelingsmaatschappij Utrecht (OMU) werken we aan de verdichting en verduurzaming van bedrijventerreinen. Via het programma ‘Ondernemer Centraal’ ondersteunen we ondernemers die onder andere door de coronacrisis in moeilijk vaarwater zijn gekomen. En we onderzoeken de uitbreiding van verschillende sportgelegenheden, leveren nieuwe sporthallen en -velden op en starten met het opstellen van locatieprofielen voor evenementen.
Sterke goede uitvoering en contact met de stad
We werken aan het verbeteren van de menselijke maat in de gemeentelijke organisatie om de uitvoering te verbeteren. Met name op het gebied van publieksdienstverlening, openbare orde en veiligheid, overhead en ruimtelijke ontwikkeling.
We willen onder andere via participatie en onze wijk- en buurtaanpak het contact met de stad behouden en versterken. We verbreden de wijkaanpak naar wijken en buurten waar het niet goed (genoeg) gaat. In 2023 intensiveren we het contact met bewoners bijvoorbeeld door het versterken van de positie van de wijkorganisatie (waaronder de wijkbureaus) en de rol van de wijkwethouder. En we starten we met de inrichting van de ombudsfunctie vanuit extra middelen die we van het Rijk hebben gekregen.
Groei in Balans
Het coalitieakkoord bevat een omvangrijk investeringspakket, dat in deze programmabegroting is verwerkt. We investeren fors in het voorzieningenniveau, vergroening en duurzame mobiliteit. Ondertussen blijven we inzetten op integrale gebiedsontwikkeling in verschillende delen van de stad. In de bijlage Meerjareninvesteringspakket Groei in Balans wordt de samenstelling van het pakket toegelicht, inclusief de geactualiseerde inschatting van de uitvoering van de projecten en uitbreiding van de parkeergebieden.
Om die groeiambities én de kwaliteit van de groei te realiseren investeren we ook in de uitvoeringskracht van de organisatie. Met deze extra middelen proberen we bijvoorbeeld de voortgang van (toekomstige) investeringen in betaalbaar wonen door woningcorporaties en ontwikkelaars, of de realisatie van publieke voorzieningen zoveel mogelijk te bewaken. Dit ook in de context van personeelstekorten en een zeer krappe arbeidsmarkt.
De hieronder genoemde, invloeden van buitenaf raken zowel de publieke als private investeringen in de stad, met impact op bijvoorbeeld het ontwikkeltempo en het kostenverhaal in de gebiedsontwikkelingen.
Maatschappelijke ontwikkelingen
Uiteraard worden ons beleid en de financiën van buitenaf beïnvloed en hebben we te maken met constant veranderende maatschappelijke ontwikkelingen. Met name de oorlog in Oekraïne heeft veel maatschappelijke impact. Het leidt tot een vluchtelingenstroom en de uitdaging om voor voldoende opvang te zorgen. Daarnaast heeft het conflict grote impact op de economie. De sterk stijgende energiekosten zijn een belangrijke aanjager van de hoogste inflatie sinds 1975. Dit raakt mensen die niet veel te besteden hebben hard in de portemonnee. Alle prijsstijgingen en materiaal schaarste hebben daarnaast veel effect op projectkosten. Dit raakt (het tempo van) de ontwikkeling van de stad en brengt een deel van onze inwoners financieel in de knel. Het is onzeker hoe de economie zich gaat ontwikkelen. Verschillende banken verwachten een milde recessie. We hebben als college oog voor de impact die dit heeft op de stad, onze partners en inwoners. De prijscompensatie van de subsidies is daarom verhoogd. We zetten ons in om mensen die dat nodig hebben bij te staan en schulden vroegtijdig te signaleren. Ook zetten we in op goed onderwijs, perspectief op een baan en investeren we in perspectief voor onze inwoners. Daarbij merken we op dat reparatie van de koopkracht primair een taak van het Rijk is, bij wie we hiervoor steeds aandacht vragen.
Ook de coronacrisis is nog niet geheel voorbij. De coronamaatregelen zijn inmiddels losgelaten, maar het is onduidelijk wat de toekomst brengt. Er wordt rekening gehouden met meerdere scenario’s. Wij gaan er vanuit dat corona niet zal verdwijnen, maar dat er steeds minder maatregelen nodig zijn voor de bestrijding van het virus en de gevolgen ervan. Toch zien we dat de stad nog niet over de hele linie is hersteld van de gevolgen van de coronacrisis. Zo zijn de culturele en andere essentiële voorzieningen de langdurige sluitingen nog niet te boven. Daarom houden we de huidige reservering in stand zodat we kunnen inspelen op het onzekere verloop van de crisis. Ook voor de meest getroffen ondernemers zullen de gevolgen na-ijlen, bijvoorbeeld in de vorm van faillissementen. De extra dienstverlening voor deze groep (Ondernemer Centraal) willen wij daarom ook na 2022 in stand houden.
De huidige krapte op de arbeidsmarkt zorgt eveneens voor risico’s. Veel ondernemers in de stad kunnen niet genoeg personeel vinden en ook de gemeente Utrecht ondervindt de gevolgen van de krapte. Minder gekwalificeerd personeel betekent vaker uitstel van oplevering.
Ten slotte, naast de economische onzekerheid zijn het ook op financieel gebied ongewisse tijden. Vanaf 2026 ontstaat een structureel tekort en is nog niet duidelijk welke inkomsten de gemeente Utrecht van het Rijk krijgt. Dit heeft ons beperkt in het extra inzetten van structurele middelen om de drie grote crisis beter aan te pakken. Gelukkig heeft het kabinet besloten de extra bezuiniging van 500 miljoen euro op de jeugdzorg voor eigen rekening te nemen en niet meer te korten op de gemeentelijke budgetten. Daarnaast reserveert het kabinet extra middelen voor gemeenten voor de periode tot en met 2025.
Al deze ontwikkelingen hebben veel invloed (gehad) op onze beleidskeuzes én zullen bepalend zijn voor de uitvoerbaarheid van deze en volgende begrotingen. We zullen nog meer dan anders vooraf risico’s moeten inschatten en erop anticiperen.
Financieel beeld: evenwicht t/m 2026
Uitgangspunt voor ons financiële beleid is een duurzame begroting; een begroting met ruimte voor noodzakelijke investeringen in onze stad en inwoners en die financieel in evenwicht is en leidt tot een toereikend weerstandsvermogen om financiële tegenvallers op te kunnen vangen. Dit principe is gehanteerd bij het opstellen van deze begroting.
Financiële ruimte om te investeren in Utrecht
Het coalitieakkoord is beleidsmatig en financieel vertaald in deze begroting. Aanvullend zijn extra middelen gereserveerd om het realiseren van de ambities uit het coalitieakkoord mogelijk te maken. Ook hebben we rekening gehouden met de actuele ontwikkelingen en knelpunten die bij het coalitieakkoord nog niet als zodanig in beeld waren. Door de incidentele inkomsten uit de meicirculaire, presenteren we een begroting waar tot en met 2026 onze uitgaven gedekt zijn.
Door een korting op het gemeentefonds in het regeerakkoord bestaat vanaf 2026 grote onzekerheid over de inkomsten. Er is nog steeds onduidelijkheid over hoe deze korting wordt ingevuld middels het vergroten van het lokaal belastinggebied. Zodra het Rijk meer duidelijkheid geeft kunnen we een reële inschatting maken van de inkomsten voor het jaar 2026 en verder. Door de incidentele inkomsten uit het regeerakkoord kunnen we overeenkomstig het advies van de minister van BZK het tekort in 2026 éénmalig dekken. Vanaf 2027 ontstaat echter een structureel tekort. Dit beperkt de mogelijkheid om voor lange termijn extra in te zetten om de effecten van de drie crises te verminderen
Gelukkig heeft het kabinet besloten de extra bezuiniging van 500 miljoen euro op de jeugdzorg voor eigen rekening te nemen en niet meer te korten op de gemeentelijke budgetten. Daarnaast reserveert het kabinet extra middelen voor gemeenten voor de periode tot en met 2025. Deze ontwikkelingen hebben veel invloed (gehad) op onze beleidskeuzes én zullen bepalend zijn
Dit geeft het onderstaande financiële beeld.
Tabel: financieel beeld 2023-2026
x €1.000 | |||||
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | Structureel | |
Begroting 2022 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Voorjaarsnota 2023-2026 | 13.570 | 8.055 | -169 | -19.029 | -19.429 |
A Coalitieakkoord 2022-2026 | -12.058 | -14.155 | -10.193 | 12.661 | 19.759 |
Begroting 2023 | |||||
B Autonome ontwikkelingen | 17.895 | 36.619 | 57.803 | -81 | -3.093 |
C Prijsstijgingen | -22.220 | -24.720 | -26.220 | -15.420 | -15.420 |
D Uitwerking coalitieakkoord | -11.880 | -12.691 | -3.826 | -2.889 | -2.889 |
E Aanvullende inkomsten vanaf 2026 | PM | PM | |||
Saldo | -14.693 | -6.893 | 17.395 | -24.759 | -21.072 |
Egaliseren inkomsten uit meicirculaire 2022 | 15.281 | 6.892 | -17.395 | 24.759 | |
Aanvullen algemene dekkingsreserve | -588 | ||||
Totaal Programmabegroting 2023 | 0 | 0 | 0 | 0 | -21.072 |
Amendementen* | |||||
---|---|---|---|---|---|
A95 Investeer in winteropvang | -300 | ||||
A99 Tegemoetkoming Energiekosten maatschappelijke instellingen | -4.500 | ||||
A100 Transkliniek Utrecht | -80 | -80 | -80 | ||
A111 Burgerraad starten | -50 | ||||
Onttrekking algemene reserve | 4.930 | 80 | 80 | ||
Totaal programmabegroting 2023 inclusief amendementen | 0 | 0 | 0 | 0 | -21.072 |
* Bij de behandeling van de programmabegroting 2023 in de raadsvergadering van 10 november 2022 zijn een aantal amendementen aangenomen. De amendementen met financiële consequenties in bovenstaand overzicht hebben invloed op het financieel beeld. De verwerking van deze amendementen vindt plaats bij de eerstvolgende begrotingswijziging in 2023. De amendementen in bovenstaand overzicht zijn dus niet verder verwerkt in deze onderliggende programmabegroting.
A) Coalitieakkoord 2022-2026
Met het financiële kader uit de voorjaarsnota als uitgangspunt, zijn bij het coalitieakkoord de financiële mutaties voorgesteld om de ambities te financieren en tot een sluitend beeld te komen. Dit is weer als uitgangspunt genomen voor het opstellen van deze begroting.
B) Autonome ontwikkelingen
In de meicirculaire 2022 is het effect van het regeerakkoord en de stijgende prijzen op de rijksbijdrage aan de gemeente opgenomen. Dit heeft geleid tot extra incidentele inkomsten die hoger zijn dan we bij de Voorjaarnota 2022 hebben ingeschat. De inkomsten tot en met 2025 nemen daardoor flink toe. Deze middelen worden voor een belangrijk deel ook ingezet ter dekking van de stijgende prijzen waar wij als gemeente mee worden geconfronteerd (zie C Prijsstijgingen).
Daarnaast zetten wij deze extra inkomsten in om de ambities uit het coalitieakkoord te kunnen realiseren en de correcties te dekken die we daarvoor hebben moeten maken. (zie D) Uitwerking coalitieakkoord). Binnen de autonome ontwikkelingen vangen we in dit kader het financiële effect op van de beleidskeuze die in het coalitieakkoord is gemaakt om te stoppen met de verkoop van sociale huurwoningen. Uit die verkoop ontvangt de gemeente een bijdrage van circa 6 miljoen euro per jaar. Een derde van dit bedrag (2 miljoen euro) landt jaarlijks in de exploitatiebegroting en twee derde (4 miljoen euro) wordt gestort in de reserve betaalbaar wonen voor het pakket Groei in Balans. Wanneer de stop op de verkoop van de sociale huurwoningen is geëffectueerd, vervalt deze bijdrage. Het deel van het tekort dat hierdoor ontstaat in de exploitatiebegroting (2 miljoen euro) is binnen de autonome ontwikkelingen opgevangen.
Tot slot is met de extra middelen ook een aantal knelpunten opgelost:
- Bij de coalitieonderhandelingen is onvoldoende duidelijk geworden dat, door de groei van de stad en aflopende incidentele middelen, knelpunten zijn ontstaan in de uitvoering. Met name bij publieksdienstverlening en openbare orde en veiligheid, moesten deze knelpunten worden opgelost. Dit hebben we in de begroting alsnog gedaan. Hierbij hebben we ook gezorgd dat de overhead meegroeit met het daarvoor afgesproken percentage (totaal 2,9 miljoen euro structureel)
- De rijksmiddelen die we ontvangen voor de proef met centrale stemopname bij verkiezingen zijn ontoereikend voor de uitvoering hiervan. Het tekort vullen we vanuit gemeentelijke middelen aan (éénmalig 0,2 miljoen euro in 2023). Daarnaast stellen we 0,03 miljoen euro structureel beschikbaar voor het toegankelijk maken van stemlocaties.
C) Prijsstijgingen
De prijzen van (bouw)materialen en energiekosten blijven stijgen. Daardoor loopt de inflatie sterk op. Wij stellen voor om de budgetten in de programmabegroting aanvullend op de Voorjaarsnota te verhogen, voor de uitvoering, contracten en subsidies met:
- Een generieke indexering : een verhoging van het percentage naar een actuele index (juni 2022) voor 2022 en 2023 en laten vervallen van de inkooptaakstelling (11,4 miljoen euro in 2022, oplopend naar structureel 15,4 miljoen euro vanaf 2025). Op deze wijze kan de organisatie de stijgende kosten beter opvangen en worden ook de budgetten voor gesubsidieerde partijen verhoogd met een hogere index.
- Een specifieke aanvulling voor energie en brandstofprijzen o.b.v. huidige inschatting van de kostenontwikkeling (7,8 miljoen euro per jaar t/m 2025)
- Reservering om extreme prijsstijgingen voor een deel te kunnen compenseren van lopende en nieuwe contracten en partners (3 miljoen euro per jaar t/m 2025)
Wij verwachten dat de prijzen voor een langere periode op een hoger niveau blijven. Daarom zijn de incidentele reserveringen voor een periode van drie jaar opgenomen. Het is nog onzeker hoe de tarieven zicht de komende jaren gaan ontwikkelen. Dit is mede afhankelijk van het verloop van de oorlog in de Oekraïne. Daarom hebben we in de berekening van ons weerstandsvermogen het risico van prijsstijgingen verhoogd. We blijven de prijsontwikkelingen actief volgen, ook met het oog op de toegenomen inflatie uit de augustusramingen 2022 van het CPB en de septembercirculaire 2023.
D) Uitwerking coalitieakkoord
Zoals eerder aangegeven, is bij het nader uitwerken van het coalitieakkoord gebleken dat onvoldoende rekening is gehouden met een aantal financiële effecten van beleidskeuzes in het coalitieakkoord. Daarnaast is een aantal uitgangspunten waarmee is gerekend binnen het investeringspakket ‘Groei in Balans’ niet juist gebleken. Op een aantal beleidsterreinen is daarom aanvullende middelen beschikbaar gesteld om de ambities te kunnen realiseren:
Pakket Groei in Balans
We realiseren dezelfde investeringen als aangegeven in het coalitieakkoord, maar we hebben aanpassingen verwerkt op basis van de meest recente uitvoeringsplanning en de versnellingsafspraken die met het Rijk zijn gemaakt. In het coalitieakkoord hebben we in het investeringspakket ook extra middelen beschikbaar gesteld om de uitvoeringskracht van de organisatie te versterken. Bij de onderhandelingen is echter onvoldoende duidelijk geworden dat er mede door aflopende incidentele middelen ook in de basis nog financiering moest komen voor uitvoeringskracht in het ruimtelijk domein (structureel 2,5 miljoen euro). Dit hebben we in de begroting alsnog gedaan. Tot slot zijn ten aanzien van de dekking twee belangrijke aanpassingen verwerkt:
- Het vervallen van de dekking van het deel van de 4 miljoen euro door de stop op de verkoop van de sociale huurwoningen (zie ook toelichting onder ‘Autonome ontwikkelingen’). In het coalitieakkoord was nog geen rekening gehouden met dit effect.
- Het tempo waarin de extra parkeerinkomsten worden gerealiseerd, is aangepast. Dit was noodzakelijk omdat de uitbreiding van het gebied met betaald parkeren minder snel mogelijk blijkt dan aangegeven ten tijde van het opstellen van het coalitieakkoord. De aanpassingen in het parkeerbeleid zijn enerzijds ondersteunend aan de beoogde mobiliteitstransitie en maken tegelijkertijd investeringen mogelijk om de groei van de stad in balans te laten verlopen. Bijvoorbeeld door te zorgen voor voldoende groen, maatschappelijke voorzieningen en sportmogelijkheden.
- Het instellen van een risicoreservering in verband met de onzekerheden rondom de inkomsten uit het nog op te zetten Fonds Bovenwijkse Voorzieningen.
Kosten en dekking | (* 1000 euro) | ||||
---|---|---|---|---|---|
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | cumulatief | |
Kosten | -25.380 | -38.260 | -43.440 | -49.790 | -156.870 |
Dekking | 25.380 | 40.260 | 40.520 | 50.710 | 156.870 |
Kasschuif | 0 | -2.000 | 2.920 | -920 | 0 |
Saldo | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Een uitgebreide toelichting op deze aanpassingen en de effecten hiervan is opgenomen in de bijlage Pakket Groei in Balans en in de verschillende programma's, zoals programma Ruimtelijke ontwikkeling, wonen en erfgoed .
Evenementen
We stellen extra budget beschikbaar om de huidige inzet te behouden. Dat deze middelen afliepen was niet opgenomen in het overdrachtsdossier en daarmee niet in beeld bij het opstellen van het coalitieakkoord (structureel 0,4 miljoen euro). Het onderzoeken van locatieprofielen en het daarmee werken, vraagt meer middelen dan bekend was ten tijde van het coalitieakkoord. Om toch vaart te maken met de locatieprofielen kiezen we ervoor om nu 0,25 miljoen euro in te zetten om tien locatieprofielen te maken. Richting de Voorjaarsnota informeren wij u verder over het proces en de financiële implicaties in relatie tot de locatieprofielen.
Tijdelijk wonen
Om statushouders, vluchtelingen uit Oekraïne en vluchtelingen te huisvesten is het noodzakelijk om op de korte termijn meer tijdelijke wooneenheden te realiseren. Dit vraagt meer capaciteit om deze locaties ook daadwerkelijk te realiseren boven op de inzet uit het coalitieakkoord (voor periode van 3 jaar 2,7 miljoen euro).
E) Aanvullende inkomsten vanaf 2026
Wel willen we benadrukken dat de rijksinkomsten vanaf 2026 erg onzeker zijn, met het oog op mogelijke Zoals we hiervoor al hebben aangegeven zijn de rijksinkomsten vanaf 2026 erg onzeker, door een korting op het gemeentefonds. Deze korting op het gemeentefonds is, in afwijking op het coalitieakkoord, niet ingevuld met nog te ontvangen inkomsten van het Rijk of uit lokale heffingen. Deze werkwijze komt overeen met het advies uit de contourennota financieringssystematiek medeoverheden van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Deze daling wordt gedekt door de incidentele extra inkomsten uit de jaren 2022 t/m 2025, waardoor deze begroting meerjarig sluitend is. Voor 2027 laat de begroting een tekort zien. Dit heeft onze mogelijkheden om structureel extra middelen in te zetten beperkt.
Financiële positie weer op niveau
In het coalitieakkoord is het weerstandsvermogen versneld op niveau gebracht door een extra aanvulling van de weerstandscapaciteit. De extra aanvulling uit het coalitieakkoord van 5 miljoen euro, wordt in de Tweede Bestuursrapportage verhoogd met 3 miljoen euro. De ratio van het weerstandsvermogen komt daarmee op 1,0 en voldoet aan de gestelde norm van uw raad en de Provincie Utrecht. Ook de overige financiële kengetallen laten een lichte verbetering zien. Zie hiervoor de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing .
Scherper aan de wind varen
De financiële onzekerheden vanuit het Rijk zijn nog steeds groot. Daarom moeten we aannames doen over de meerjarige ontwikkelingen van de rijksbudgetten. In deze begroting zijn we in financiële zin scherper aan de wind gaan varen. Op een gericht aantal onderwerpen is een aanvaardbaar risico genomen:
- Jeugd en Wmo: uitgangspunt is dat de korting op de Algemene uitkering zich vertaalt in een daling van de kosten voor jeugdhulp door uitvoering van de hervormingsagenda en extra inkomsten uit de verhoging van het abonnementstarief.
- Oekraïne: uitgangspunt is volledige compensatie van het Rijk voor de gemaakte kosten.
- Algemene uitkering: voortzetten van het bevriezen van de opschalingskorting vanaf 2026, reële compensatie uitvoeringskosten Omgevingswet, extra inkomsten Jeugdzorg (n.a.v. arbitrageafspraak) en de structurele verlaging van het gemeentefonds is alleen voor het jaar 2026 afgedekt.
- Prijsstijgingen: de ontwikkeling en de effecten van de inflatie zijn lastig in te schatten. De begroting is aanvullend verhoogd met de actuele indexcijfers van juli 2022.
- Inkomsten Fonds Bovenwijkse Voorzieningen: dit betreft een inschatting van opbrengsten, een voorstel voor het fonds wordt nog uitgewerkt. Daarna kan een betere inschatting worden gemaakt.
De eerste vier aannames zijn opgenomen als risico in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing . Anticiperend op het risico van de laatste aanname gaan wij stapsgewijs verplichtingen aan voor de investeringen en reserveren we een risicobedrag in de reserve Groei in Balans.
Detail overzicht Actualisatie financieel beeld
x € 1.000 | |||||
Omschrijving | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | structureel |
Begroting 2022 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Voorjaarsnota 2022 | 13.570 | 8.055 | -169 | -19.029 | -19.429 |
A1 Aanscherping financieel kader | 4.680 | 6.380 | 13.180 | 36.355 | 31.855 |
A2 Ruimte maken in de begroting | 23.965 | 24.801 | 25.436 | 25.536 | 25.636 |
A3 Beleidsprioriteiten | -40.703 | -45.336 | -48.809 | -49.230 | -37.732 |
A4 Pakket Groei in Balans | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Coalitieakkoord | -12.058 | -14.155 | -10.193 | 12.661 | 19.759 |
B1 Gemeentefonds | 25.326 | 43.426 | 63.980 | 4.923 | 1.867 |
B2 Meerwaardeafdracht | -2.000 | -2.000 | -2.000 | -2.000 | -2.000 |
B3 Uitvoeringskracht dienstverlening en veiligheid | -1.888 | -1.555 | -1.213 | -810,4 | -810 |
B4 Nominale groei overheadvierkant | -3.313 | -3.223 | -2.935 | -2.164 | -2.120 |
B5 Centrale stemopneming | -200 | 0 | 0 | 0 | 0 |
B6 Toegankelijkheid stemlocaties | -30 | -30 | -30 | -30 | -30 |
Autonome ontwikkelingen | 17.895 | 36.619 | 57.803 | -82 | -3.093 |
C1 Generieke indexering verhogen | -11.420 | -13.920 | -15.420 | -15.420 | -15.420 |
C2 Specifieke verhoging energielasten | -7.800 | -7.800 | -7.800 | 0 | 0 |
C3 Specifieke reservering onvoorzien | -3.000 | -3.000 | -3.000 | 0 | 0 |
Prijsstijgingen | -22.220 | -24.720 | -26.220 | -15.420 | -15.420 |
D1 Uitvoeringskracht groei in balans | -10.230 | -11.441 | -2.576 | -2.489 | -2.489 |
S2 Taskforce wonen | -1.000 | -850 | -850 | 0 | 0 |
D3 Evenementen | -650 | -400 | -400 | -400 | -400 |
Uitwerking coalitieakkoord | -11.880 | -12.691 | -3.826 | -2.889 | -2.889 |
Saldo Begroting 2023 | -14.693 | -6.892 | 17.395 | -24.759 | -21.072 |
Egaliseren incidentele inkomsten meicirculaire 2022 | 15.281 | 6.892 | -17.395 | 24759 | |
Aanvullen algemene dekkingsreserve | -588 | ||||
Totaal programmabegroting 2023 | 0 | 0 | 0 | 0 | -21.072 |
Amendementen* | |||||||||
A95 Investeer in winteropvang | -300 | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
A99 Tegemoetkoming Energiekosten maatschappelijke instellingen | -4.500 | ||||||||
A100 Transkliniek Utrecht | -80 | -80 | -80 | ||||||
A111 Burgerraad starten | -50 | ||||||||
Onttrekking algemene reserve | 4.930 | 80 | 80 | ||||||
Totaal programmabegroting 2023 inclusief amendementen | 0 | 0 | 0 | 0 | -21.072 |
* Bij de behandeling van de programmabegroting 2023 in de raadsvergadering van 10 november 2022 zijn een aantal amendementen aangenomen. De amendementen met financiële consequenties in bovenstaand overzicht hebben invloed op het financieel beeld. De verwerking van deze amendementen vindt plaats bij de eerstvolgende begrotingswijziging in 2023. De amendementen in bovenstaand overzicht zijn dus niet verder verwerkt in deze onderliggende programmabegroting.