Programma's

Duurzaamheid

Belangrijke risico's

Risico

Maatregel

  1. Doordat er steeds meer energie opgewekt is een netcongestieproblematiek in de regio Utrecht ontstaan. Hierdoor kunnen we (grote) opwek- projecten (zon op dak, zonneveld en wind) mogelijk niet tijdig aansluiten op het net met als gevolg dat we minder duurzame elektriciteit kunnen opwekken.

In RESU16 verband wordt samen met Stedin naar een programmering van opwekprojecten gekeken in relatie met de investeringen die worden gedaan in het oplossen van de knelpunten in het elektriciteitsnetwerk. De gemeente zelf kijkt of we met maatregelen zoals slimme opslag of het stimuleren van oplossingen ‘achter de meter’ de belasting op het net kunnen verminderen.

  1. A. Het Rijk is bezig met het opstellen van verschillende wetten (Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie en collectieve warmtevoorziening) waarin de regierol voor gemeenten stevig wordt verankerd. Het rijk verwacht dat deze wetten per 1-1-2024 in werking kunnen treden. Als deze wetgevingstrajecten vertraging oplopen, kunnen wij als gemeente minder snel dan verwacht onze regierol pakken waardoor we niet kunnen versnellen.

Lobbyen samen met VNG op de tijdige invoering van deze wetten met de juiste bevoegdheden voor gemeenten.

B. De energietransitie moet voor het merendeel van de bewoners betaalbaar zijn anders gaan bewoners en bedrijven niet aan de slag. Als de betaalbaarheid voor bewoners van de transitie niet is opgelost, kan er niet gestart worden met de wijkuitvoeringsplannen.

We lobbyen samen met VNG bij het Rijk om te zorgen dat er voldoende financiële middelen (zoals subsidies of financiële arrangementen of kostendalingen in technieken) voor iedereen beschikbaar zijn om de overstap naar duurzame energie te maken. Deze hoeveelheid aan middelen hebben we als gemeente niet. Hier moet het Rijk voor zorgdragen.

  1. In de volle breedte is er tekort aan arbeidskrachten: bij zowel overheid, markt en uitvoering. Met name in de uitvoering lopen we tegen deze problemen aan. Dit betekent dat de gewenste versnelling van de energietransitie niet word gehaald omdat er geen personeel is voor het uitvoeren van de isolerende maatregelen, het verzwaren van de elektriciteitsnetten en dat er daardoor meer kosten worden gemaakt.

In het programma economie en werk voor iedereen is er een pijler om mensen van werk naar werk te begeleiden. Daarnaast zijn er initiatieven zoals de Stedin bedrijfsschool, Eneco Energy campus en Beroepentuin. Het Rijk heeft afspraken gemaakt met partijen om meer mensen naar techniek te laten doorstromen. Komend jaar kijken we specifieker vanuit lokaal perspectief naar deze landelijke afspraken.

  1. A. Grote energietransitie projecten (zonneparken en warmtebuffers) leiden vaak tot maatschappelijke weerstand. Bovendien zijn bij deze projecten vaak meerdere bestuursorganen betrokken. Dit kan leiden tot vertraging in de planvorming bij projecten waardoor we deze grootschalige projecten niet voor 2030 gerealiseerd krijgen.

Vroeg informeren en
betrekken van mensen en keuzes voor de invulling van het 50% lokaal
eigendom is nodig om mede
draagvlak te organiseren.
Wanneer de wetgeving met betrekking tot invoering regierol gemeente rond zijn, komen er meer beleidsinstrumenten tot onze beschikking.

B. Voor gebouweigenaren en gebruikers hebben we te maken met een grote diversiteit; we moeten bij 350.000 bewoners en gebruikers achter de deur draagvlak creëren. Lukt dat niet dan bestaat de kans dat de gebouwen in de stad onvoldoende worden verduurzaamd en dat ze niet op tijd klaar zijn om van het aardgas af te gaan, en kunnen we niet verder met de wijkaanpak.

Publieke opinie meekrijgen, lobby, combinatie, praktische oplossing en ontzorgen, plek bieden in klankbordgroep.

C. Door beperkte ruimte in de stad moet er bij het aanleggen van een Warmte Koude Opslag (WKO) soms uitgeweken worden naar boringen in het 2e watervoerend pakket. Hier bestaat de kans dat proefboringen niet het gewenste resultaat opleveren, installaties versneld moeten worden afgeschreven, en de haalbaarheid van duurzaamheidsdoelstellingen op locaties opnieuw moet worden bezien.

Uitvoerig vooronderzoek via proefboringen op locatie om risico en aanpak van te voren zo goed mogelijk in te schatten.
Zorgvuldige monitoring van de grondwaterstromen vanwege de kans op vervuiling.

  1. Gezonde leefomgeving en circulair:

Onvoldoende regelgeving vanuit Europa (met name op gebied van circulair, maar ook voor luchtkwaliteit, geluid, bodem) heeft als gevolg dat we onze doelen onvoldoende kunnen afdwingen en daarmee realiseren.

  • lobby (via de Rijksoverheid) naar de EU;
  • innovaties stimuleren;
  • start-ups binnenhalen;
  • vanuit gemeentelijk beleid maatregelen nemen.
  1. Bodem en grondwater:

De kwaliteit van het drinkwater komt in gevaar als bodem- en grondwaterverontreinigingen onvoldoende beheerst en gesaneerd worden.

  • voldoende financiële dekking om beheers- en saneringsmaatregelen uit te voeren;
  • onderzoek naar en inzet van innovatieve oplossingen.
  1. Regie op de ondergrond:

Onbekendheid bij (externe) partners over het belang, waardoor er onvoldoende rekening gehouden wordt met de ondergrond bij planvorming, en de bovengrond niet in balans ontwikkeld kan worden. Denk aan: leefruimte voor bomen, waterbuffering, warmtenet, riool, etcetera.

  • draagvlak creëren bij alle (externe) partners;
  • instrumenten ontwikkelen om regie af te dwingen (zoals opname in het UPP, Visie op de Ondergrond, Omgevingswet/plan).

Zie voor een totaaloverzicht de Weerstandsvermogen en Risicobeheersing .

Deze pagina is gebouwd op 06/30/2023 00:16:53 met de export van 06/29/2023 23:52:20