De netto schuldquote vergelijkt de leningen van de gemeente (met aftrek van de geldelijke bezittingen) met de totale baten van de begroting. Daarnaast presenteren we ook de schuldquote gecorrigeerd voor de leningen die de gemeente heeft uitstaan (deze middelen vloeien immers op termijn terug).
Begroting jaar 2023
Verslag | Begroting | Begroting | MJR | MJR | MJR | |
Netto schuldquote | 61,5 % | 90,8 % | 80,0% | 78,7% | 82,4% | 90,3% |
Af: uitleenquote | -2,0 % | -2,4 % | -1,9% | -1,7% | -1,6% | -1,6% |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | 59,5 % | 88,4 % | 78,1% | 77,0% | 81,8% | 88,7% |
NB: het percentage voor 2022 is ontleend aan de vastgestelde Programmabegroting 2022. De percentages voor 2023 tot en met 2026 zijn berekend op basis van de geprognosticeerde balans elders in deze begroting.
Stand van zaken
Wij stellen voor om de Utrechtse norm voor de netto schuldquote gelijk te stellen aan de lijn van het financieel toezichtkader van de provincie. Dit is een bandbreedte van 90-130%, daarmee laten we de, tot nu toe geldende, norm van een maximale schuldquote van 100% los.
De schuldquote is ten opzichte van de begroting 2022-2025 afgenomen door lagere leningenportefeuille en hogere inkomsten van met name het Rijk. De schuldquote loopt langzaam op als gevolg van de toenemende investeringen in de stad, maar blijft ruim onder de norm. Deze schuldtoename is ook zichtbaar in het EMU-saldo . In 2026 zijn de inkomsten van het Rijk nog onzeker, dit zien we terug in een hogere schuldquote.
De ervaring leert dat de schuldontwikkeling doorgaans achterblijft bij de verwachtingen, onder andere door het later realiseren van voorgenomen investeringen.